Alle kleine beestjes helpen

Optimalisatie van de mineralisatie

De bodem voeden kan via bemesting, via gewasresten (bovengronds en ondergronds) en via wortelexudaten. Gevoelsmatig gaan we er vaak vanuit dat mest de belangrijkste voeding voor de bodem is. Onderzoek laat echter zien dat het grootste gedeelte van bijvoorbeeld de aanvoer van organische stof uit gewasresten komt. Stimuleren van het bodemleven draag bij aan een betere mineralisatie van de bodem wat weer bijdraagt aan het vastleggen van koolstof in de bodem, toegenomen ondergrondse biodiversiteit, het verder sluiten van kringlopen, verminderen van de uitspoeling van mineralen naar het grond- en oppervlaktewater en het kan de ziektedruk verlagen. Ook de klimaatverandering, zoals meer warme en droge periodes waardoor er minder vocht voor de plant beschikbaar is, vraagt om aanpassingen in het mineralenmanagement.

Efficiënte benutting van voedingsstoffen

Een goed functionerende bodem is de basis voor een goede gewasteelt en een efficiëntere benutting van voedingsstoffen door de plant. Hierbij moet niet alleen aandacht zijn voor het organische stofgehalte, maar ook voor onderwerpen als verbeteren van de beworteling en het voorkomen van bodemverdichting. Als een gewas dieper wortelt kan het over een groter deel van het bodemprofiel voedingsstoffen en water opnemen.

Verbeteren bemestingsstrategie

Met de deelnemers verkennen we de mogelijkheden om hun bemestingsstrategie te verbeteren. Enerzijds via groepsbijeenkomsten waar (ervarings)deskundigen verdiepende en verbredende kennis over optimaliseren van de mineralisatie overbrengen, en anderzijds via het aanleggen van testvelden bij de projectdeelnemers. Op het eigen bedrijf worden vervolgens metingen gedaan naar de bodemgesteldheid en samen met een adviseur kijkt de deelnemer maatregelen passen in hun bedrijfsvoering om de mineralisatie in de bodem te optimaliseren. In hoeverre de deelnemers de aangeboden technieken kunnen inzetten op het eigen bedrijf is onder meer afhankelijk van de hoeveelheid grond die nodig is om een gewas te telen en hoe je de meststof aan moet brengen. Elk bedrijf kent zijn eigen strategie en ook deze kennis kan weer gedeeld worden met de groep.

Plan van aanpak

Het project bestaat uit 3 fasen:

  • Fase 1: opzet en starten van het project
  • Fase 2: 1e teeltjaar en experimenten
  • Fase 3: 2e teeltjaar en optimaliseren

Fase 1 Opstartfase (2022)

Het project wordt uitgevoerd in een netwerk met zo’n 30 biologische bedrijven.  De groep is een mix van veehouders en akkerbouwers waarbij sommigen op löss gronden zitten en anderen op zandgrond. In de opstartfase gaan de projectdeelnemers samen ‘op pad’ om de huidige situatie in beeld te brengen. Per deelnemer wordt als het ware de sterke en zwakke punten en kansen en bedreigingen van een perceel in beeld gebracht. Ook worden op perceelsniveau  metingen verricht naar het bodem leven. Elke deelnemer stelt zijn eigen leerdoelen vast. Deze uitkomsten worden met elkaar besproken en worden ervaringen uitgewisseld.

De activiteiten bestaan uit een mix van groepsbijeenkomsten, bedrijfsbezoeken, maar ook uit excursies naar interessante voorbeelden. Op basis van alle kennis die is opgedaan stelt elke deelnemer zijn een strategie op waarmee hij een invulling kan geven aan zijn eigen leerdoelen.  De verwachting is dat meerdere deelnemers dezelfde leerdoelen hebben en dat de strategie om deze te bereiken vergelijkbaar is. We schatten in dat er op deze manier zo’n 10 clusters ontstaan die met een bepaalde strategie willen aan de slag willen. Per cluster wordt op een praktijkperceel de strategie uitgeprobeerd.

Fase 2 Experimenteerfase (teeltjaar 2022 -2023)

Elk cluster gaat aan de slag met zijn eigen strategie. Daarnaast worden via kennisbijeenkomsten diverse kennisvragen uitgediept. In deze bijeenkomsten komen bijvoorbeeld de volgende onderwerpen aan bod:

  • Hoe kan ik het bodemleven optimaliseren?
  • Hoe maak ik een goede bokashi-hoop/wat kan ik met maaimeststoffen?
  • Combinatie drijfmest-compost.
  • Bodemkwaliteit en bodemleven.
  • De voordelen van gewasrotatie met kruidenrijk grasland, gras-klaver voor de bodem, veehouder en akkerbouwer.
  • Gereduceerde grondbewerking.
  • Het opnemen van vlinderbloemigen in de bouwplannen.

Bovenstaande onderwerpen zijn voorbeelden. De definitieve onderwerpen worden in overleg met de deelnemers vastgesteld. De onderwerpen zullen echter altijd in relatie staan tot het optimaliseren van de mineralisatie van de bodem en optimalisatie van de mestverdeling. De groepsbijeenkomsten kunnen plaatsvinden tijdens een veldbezoek, op locatie bij een deelnemer of in een zaaltje. Tijdens de bijeenkomsten zal een deskundige een toelichting geven op het onderwerp dat aan de orde is. Waar mogelijk wordt de presentatie van de deskundige aangevuld met ervaringen die de projectdeelnemers op het eigen perceel met een demoveld hebben opgedaan. Gedurende het seizoen worden de op het praktijkperceel de teelt intensief gevolgd en worden de resultaten vastgelegd.

Fase 3 Optimalisatiefase (teeltjaar 2023-2024)

Aan het einde van het seizoen wordt de strategie geëvalueerd en met de andere deelnemers besproken.  Dit levert weer nieuwe inzichten en kennis op. Op basis hiervan wordt bekijkt elk cluster waar de strategie geoptimaliseerd kan worden. En wordt een plan gemaakt voor het teeltseizoen 2023-2024.

De deelnemers gaan weer aan de slag met het uitvoeren van deze strategie. Ook nu worden weer diverse kennisbijeenkomsten georganiseerd.  Gedurende de teelt wordt er gemonitord en worden de resultaten na het seizoen met elkaar besproken en gedeeld. Elk bedrijf maakt voor zichzelf een plan waarin wordt beschreven hoe de deelnemer de opgedane kennis duurzaam integreert in zijn bedrijf.

Neem contact met ons op

Heeft u nog vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact met ons op of stuur ons een bericht, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met u op.

Je gebruikt een verouderde webbrowser

Deze website maakt gebruik van moderne technieken die niet worden ondersteund door jouw webbrowser. Update mijn webbrowser

×